2 Samuël 19:19
Statenvertaling
En hij zeide tot den koning: Mijn heer rekene mij niet toe de misdaad, en gedenke niet, wat uw knecht verkeerdelijk gedaan heeft, te dien dage, als mijn heer de koning uit Jeruzalem uitging, dat het de koning zich ter harte zoude nemen.
Herziene Statenvertaling*
Hij zei tegen de koning: Laat mijn heer mij mijn misdaad niet toerekenen, en niet denken aan hoe uw dienaar zich misdragen heeft op de dag waarop mijn heer de koning uit Jeruzalem vertrok. Laat de koning het niet ter harte nemen.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
En zeide tot de koning: Mijn heer rekene mij de ongerechtigheid niet toe, en gedenke toch niet wat uw knecht misdreven heeft op de dag, toen mijn heer de koning uit Jeruzalem wegging; laat de koning er toch geen acht meer op slaan.
King James Version + Strongnumbers
And said H559 unto H413 the king, H4428 Let not H408 my lord H113 impute H2803 iniquity H5771 unto me, neither H408 do thou remember H2142 ( H853 ) that which H834 thy servant H5650 did perversely H5753 the day H3117 that H834 my lord H113 the king H4428 went out H3318 of Jerusalem, H4480 - H3389 that the king H4428 should take H7760 it to H413 his heart. H3820
Updated King James Version
And said unto the king, Let not my lord impute iniquity unto me, neither do you remember that which your servant did perversely the day that my lord the king went out of Jerusalem, that the king should take it to his heart.
Gerelateerde verzen
2 Samuël 13:20 | 2 Samuël 13:33 | Matthéüs 27:4 | Prediker 10:4 | 1 Samuël 22:15 | Jesaja 43:25 | Psalmen 79:8 | Éxodus 10:16 - Éxodus 10:17 | 1 Samuël 26:21 | Jeremía 31:34 | Romeinen 4:6 - Romeinen 4:8 | 2 Samuël 16:5 - 2 Samuël 16:14 | Psalmen 32:2 | 2 Korinthe 5:19 | 1 Samuël 25:25